De generaties van Abraham, Izaak en Jacob werden resp. ‘Brammen’, ‘Zakken’, ‘Koppen’ genoemd.46

In 1830 moest ik militair worden, het was oorlog. (...) wij weder als overwinnaars naar ons vaderland mochten terugkeeren.
Nu wilde ik als soldaat naar de Oost teekenen om mijne oude moeder en verdere familie geen schande aan te doen. Drie kameraden die met mij zouden medegaan; werden door de kapitein overgehaald om liever bij de Compagnie te teekenen.
Het toeval wilde dat ik toen juist een brief van huis kreeg dat mijne moeder ziek was en verlangde mij te zien.
Die begeerte werdt dan ook eerst vervuld in het laatste van 1835, dus vijf jaren later, zijnde het einde van mijn diensttijd, mijn moeder was al lang weder hersteld.

Mij en de mijnen op een ziekbed te werpen (typhus) dat 17 weken duurde: wij waren jong en ontvingen van niemand ondersteuning, zodat alles verkocht en verpand werd, en wij niets behielden. Wij hadden weinig kenissen (daar wij het jaar te voren naar Amsterdam waren gaan wonen wegens familiezaken).

Woonde wij in het midden der jodenbuurt. Ik deed wel alle moeite om daar vandaan te komen , doch in de zogenaamde Christenbuurten wilde men destijds er volstrekt niet van weten om joden tot buren te hebben of aan hen te verhuren.

Ik kon niet lezen alleen een weinig Hebreeuws (daar alle jongens van 13 jaar dit leeren). Mijn lieve vrouw kon het des te beter die had in hare jeugd goed onderwijs genoten bij eene tante van haar die een meisjes kostschool hield.

Nu wilde het juist dat ik zaken had te verrichten met de koster van de Oosterkerk. Deze vroeg ik waar Dominee Pauli, zoon van een Opperrabijn, woonde.
(…) daar hij aan mij wel zien kon dat ik jood was.

Wij hadden een Lutherse Bijbel gekregen. Toen zijn wij daarin gaan graven want zij las er uit voor. In dezelfde tijd leerde ik van haar lezen 80

Oorlog = Tweede Padri-oorlog? (https://nl.wikipedia.org/wiki/Padri-oorlogen)