aannemer van bouwwerk (1919)
Accountant (1869)
Agent d'assurance (1930), Commerçant, Employé de banque-
Agent van politie
Agricultural laborer (1861)
Agricultural Labourer (1851)
Agricultural labourer (1851, 1861), Gardener (1881, 1884)
Agricultural Labourer (1871)
Agricultural Labouror (1863)
ambtenaar (1882)
ambtenaar, werktuigkundige (1920), ingenieur bij de NS
Annuitant (1881), Own means (1891)
Apprentice Ship chandler (1871)
Apprentice Working engineer (1871), Mason (1881)
arbeider (1812)
arbeider (1823)
Arbeider (1829), Landbouwer (1858)
Arbeider (1856)
Arbeider (1858) - 2
arbeider (1860, 1868), schipper (1897)
arbeider (1865)
arbeider (1865, 1868, 1870, 1871), koopman (1873, 1875, 1876)
arbeider (1867)
Arbeider (1871)
arbeider (1879), zakkendrager, metselaar (1891)
Arbeider (1881) - 2
Arbeider (1884), Landbouwersknecht (1893)
Arbeider (1887)
Arbeider (1910)
arbeidscontractant distributie, kantoorbediende (1939), inspecteur verzekering maatschappij
Arbeidster (1871)
Arbeidster (1881) - 2
Assistant in Business (1911)
Assisting in Business Management (1911)
Ateliermeisje
Aubergiste
Baker, Journeyman (1911)
Bakker (geen winkel) en bijbel colporteur onder Israel, bijbelcolporteur van het Schotsch Nationaal Bijbelgenootschap en Zendings-colporteur
bakker, melkbezorger
bediende
bediende (1896)
behanger
Berger (1783, 1784, 1786)
Berger (1837), Rentier (1883)
Berger (1864)
Bestuurslid van Hadderech
Bloemist (1881), Poelier (1899, 1919)
Boekdrukker
Boekhandelaar
boekhouder
boekhouder (1899), Klerk (1901)
boer (1812)
Boereknecht (1887), Werkman (1892), Grondwerker (1923)
boerenknecht (1821), werkman (1825), aardwerker (1829)
Boerenknecht, daglooner (1849), Landbouwer (1886)
Boerneknecht (1847)
Bootmaker (1919)
Bouwkundige (1872)
broodbakker (1892), behanger en stoffeerder (1939)
broodbakker berzorger (1969)
brouwersknecht (1820)
bucheron (1902)
Butcher's Shop Assistant (1939)
Cabaretier (tavern-keeper)
Cadet LdH, Telefoniste, koffiemeisje postkantoor
Canadian Pacific Railway Agent (1908), Station Agent (1909), Representative of the White Star Line (1921)
Carpenter (1851)
chauffeur (1902)
chauffeur (1925)
chemigraaf (1936)
Civil engineer in Cleveland, Ohio, U.S.A. (1924)
Civil Servant Retired (1939)
Clapteur (1813)
Clerk Provincial Goverment (1937)
Coal & Lime Merchant (1881), Coal merchant (1880, 1891), Ship owner coal merchant (1901), Had een handelsbedrijf, Retired Coal Merchant (1911, 1920), church trustee and organist (1930)
Commercial clerk (1914, 1942)
commis bij ’s Rijksbelastingen gestationeerd te Zandt provincie Groningen (1839), zaakwaarnemer (1855)
Commisionair (1885)
Comptable (1890), Employé de commerce (1895, 1898)
conducteur (1866), zaakwaarnemer (1871), commissionair (1873, 1875), assuradeur (1883), directeur assurantiemaatschappij (1907)
Corsettenmaakster (1870)
Coupeuse, naaister
Couturiere
Couturiere (1904)
Couturiere (1921)
Couturiere (1927)
Couturière (1783)
Cultivateur - 4
Cultivateur (1845)
cultivateur (1845), rentier (1870)
cultivateur (1849), coudeur en paille (1912)
Cultivateur (1864)
Cultivateur (1870) - 2
Cultivateur (1870, 1878)
Cultivatrice - 2
Cultivatrice (1893)
Cultivatrice, rentiére
daggelder (1823)
Dairy worker (1911) - 4
Dairy worker (1911), Housekeeper (1939)
Dairymaid (1881)
diamantslijper
dienstbaar (1845)
Dienstbaar (1870)
dienstbode - 2
Dienstbode (1815)
dienstbode (1835)
Dienstbode (1849)
dienstbode (1849), particuliere (1852)
Dienstbode (1858)
dienstbode (1867)
Dienstbode (1886)
Dienstbode (1887)
dienstbode (1892)
dienstbode (1922)
Dienstmeid (1856)
Dienstmeid (1881), Arbeidster (1884)
directeur (1907)
Domestic Companion (1911)
Domestic servant (1901)
Domestique, Ménagére
Dress & Mantle Maker (1881)
Dressmaker (1871)
Dressmaker (1881)
Dressmaker (1901)
drogist
Education school teacher Devon county council (1911), Unpaid Domestic Duties (1939)
electricien (1939), monteur PTT, postambt, opzichter
electricien knecht
employe de banque (1927)
Employé de Douanes, Monteur en bronze
Engine driver (1931)
fabriekschef (1931)
Farm servant (1871), Railway Plate Layer (1881, 1891, 1901), Foreman of Railway Platelayer (1911)
Farmer (1841)
Farmer (1891)
Farmer (1901, 1911, 1924)
Farmer (1901, House Keeper (1911), Householder (1939)
Farmer (1911)
Farmer 13 acres (1851)
Farmer 180 acres 1 laberor (1851), Farmer (1861), Farmer 188 acres 1 laberor (1871)
Farmer 188 Acres Employing 1 Labour 2 Boys (1881), Farmer (1891, 1901)
Farmer of 110 acres (1851), Farmer employing 3 men and 3 boys (1871), Farmer of 260 Acres (1881), Yeoman (1880)
Farmer of 75 acres (1851)
Farmers daughter (1901)
Farmers Son (1901), Farmer (1924)
Farmers son (1901, 1911)
Farmers son (1901, 1911), Farmer Heavy Worker (1939)
Farmers son (1901, 1911), Smallholder (1939)
Farmers son (1911), Farm Heavy Worker (1939)
Farmers wife (1851)
Farmer’s Son (1851)
Farmer’s son (1901, 1911), Farmer retired (1939)
Farming
Forgeron (1921) - 2
fotograaf
Gardner/Jobbing (1911)
General Farm Worker Heavy Worker (1939)
General Labourer (1891), Railway contractors labourer (1911)
Gepasporteerd soldaat (1816)
gepens.arts in Ghana met 2e vrouw, 8 talen, 2 zonen
gepensioneerde ambtenaar
Glovemaker (1851)
Glovemaker (1851, 1861)
Grocer's Shop Assistant (1939)
handelsreiziger
Herbagére
Hoedenmodiste
hoofd ener school (1909, 1923)
Hoofd verpleegkundige in SouraBaja
hoofdonderwijzer (1899)
Housekeeper (1944)
Housemaid (1906)
Housemaid domestic (1911)
houthandelaar (1937)
huishouding
huishoudser bij fam. Helffer
Huisknecht (1858), Bloemtuinier (1858), Winkelier (1864, 1867, 1881, 1899)
huisschilder - 2
huisschilder(1916)
Hulp in de huishouding (1946)
Ijzerwerker in de scheepsbouw (1928), Ketelmaker (1943), Technische ambtenaar Kon. marine
inlandskramer (1839, 1841), koopman (1872), parapluiemaker
Ironmongers Assistant (1911), Wholesale stationer (?)
Journalier - 2
Journalier (1808)
Journalier (1809), Domestique (1832),
Journalier (1833, 1836, 1882), Cultivateur (1864)
Journalier (1866, 1875)
Journalier (1902), herbager (1922)
Journaliere (1836)
Journalist (1963)
Junior Railway Clerk (1909), Railway Clerk ex-Army (1920)
kabinetwerkersknecht (1796), kabinetwerker (1833)
kantoorbediende - 3
Kantoorbediende (1918)
kantoorbediende (1922)
kantoorbediende (1926), uitgever
kantoorbediende (1932), kant bed import
Kantoorbediende Scheepvaart Pensioen, souschef registratie Pensioenfonds, voorzitter Nederlandse afdeling Hebreeuw Christian, betaalmeester bij de Havenreserve (1937)
kapper, barbier
kassier (1901), kantoorbediende, boekhouder (1925)
Kassiers bediende, Kantoorbediende (1870), godsdienst onderwijzer (1902)
kleerblekersmeid (1821)
kleermaker (1827, 1867)
Kleermaker (1894)
kleermaker (1894, 1920)
kleermaker (1922)
koemelkster (1860)
Kok en slager op de Holland America Lijn, loopknecht
koopman - 3
Koopman (1813, 1814, 1817, 1819, 1821)
Koopman (1820)
koopman (1835)
Koopman (1844)
Koopman (1848)
Koopman (1848, 1855)
Koopman (1851), Parapluimaker, Politieagent
Koopman (1865)
Koopman (1871)
koopman (1889)
koopman (1907)
Koopman (1920)
Koopman in groenten, Restaurant eigenaar, Kleed reiniging bedrijf eigenaar
Koopman, Porceleine krammer (1816)
koopvrouw, kraamster, ventster, porceleinkramster (1818)
koperslager - 2
kramersche (1865), arbeidster (1865)
Kuiper (1867)
Kunstschilder
Labourer General (1891), Railway Plate Layer (1901, 1911)
lampenmaker (1876)
landarbeider (1945)
landbouwer
Landbouwer (1815), daglooner (1818), landman (1849)
Landbouwer (1858)
Landbouwer (1874)
Landbouwer (1886), Veldarbeider (1907)
Landbouwer (1910)
Landman (1818)
Landman (1847)
Landmansknecht (1856)
Landvrouw (1818)
Landvrouw (1847)
lantaarnaansteker (1896)
Laundress (1881)
Lerares (1966-1974)
letterzetter (1903)
Letterzetter, boekdrukker (1902), hypograaf (1932)
Lodger House Keeper (1891, 1901, 1911)
loopknecht (1907)
los werman (1945)
loswerkman
loswerkman (1894)
Manufacturers Waterproofing Bloomingdale Michigan
Marbrier
Marbrier (1865, 1895)
Marbrier (1895, 1904)
Marbrier (1903)
Marbrier (1921)
Marbrier, Bronzeur, Employé de commerce (1895), Directeur de marbrerie (1903), Maire de Colleret de 1919 à 1923
Marbrier, Cultivateur
marchant de hais (1878)
Mariner (1848)
Mariner (1848, 1850), Shoemaker (1851), Accountant (1877)
Marktman (1950), boerenknecht (1951), bouwvakker bij Canadian Pacific Railway Company (1954), Predikant
Master Marinier
matroos, botteliersmaat bij de Koninklijke Nederlandse Marine, brievenbesteller, boekhouder, assistent bij de posterijen
Medicine(?) Doctor (1825)
Menagere
menagere (1870)
Metselaar (1894)
meubelmaker
ménagère (1866)
Ménagère, Cultivatrice, Rentière
Ménagére
Ménagére (1885)
Ménagére (1902)
Molenaarsleerling daglooner (1818), Visser (1822), Hoevenier (1824, 1826), Visser (1830), Hoevenier (1831, 1834, 1835, 1838, 1845, 1847), Landman (1849)
Monteur (1918)
musicus Cellist bij Haags Residentie Orkest
muzikant milicien (1834)
Naaister - 2
naaister (1835)
Naaister (1864)
Naaister (1902)
Naaister Wilhelmina Gasthuis, gemeente ambtenaar
Night Watchman (1884)
notaris klerk
Onderwijzer
onderwijzer (1892)
Outfitters Assistant (1911)
parapluiemaker
parapluiemaker (1901)
paraplumaker
paraplumaker (1862, 1864)
Parlour Maid (1884)
Parlourmaid domestic (1911), Unpaid Domestic Duties (1939)
Police Constable Retired (1939)
Polisseur de marbre - Cultivateur, Marbrier (1888)
Polisseuse de marbre (1921)
Politie agent in Scheveningen, loswerkman
Porceleinkraamster (1816, 1824)
Porter (1869), Barman (1871), Labourer General (1881, 1891), Labourer Estate (1911)
Porter (1911)
priester
rabbi, prediker, Talmoed schrijver
Railway clerk (1861), Railway Station Agent (1871), Railway Station Master (1881)
Railway clerk (1901)
Railway clerk (1901), Telegraph clerk (1907), Station Agent (1909)
Railway Clerk (1911, 1912), Railway Stationmaster (1939), ARP wardens (1939)
Railway clerk (1939)
Railway Plate Layer (1881, 1901)
Railway signalman (1960)
Railwayman (1919)
Road Maker (1841), Farmer (1851)
Sans profession, Couturière
Scheepstimmerman (1870)
Schilder
Schilder (1946)
schipper
Schipper (1842), Slagter (1844), Arbeider (1847), Postbode (1860)
Schipper (1875), Winkelier (1900)
schipper (1884)
Schippersknecht (1835)
schoenmaker - 2
schoenmaker (1864)
School Teacher (1881)
Schoolmaster (1861)
Seeking Work (1939)
Sergeant majoor
Servant (1851)
Servant (1869)
Servant (1871), Farmer 124 Acres (1881, 1891, 1901, 1911)
Servant Domestic (1891), Domestic Cook (1939)
Ship carpenter (1871), Accountant (1877), Boarding Clerk (1881), Ship Builder (1887), Mechanic (1890)
Shoemaker (1861), Grocer (1871)
Shoemaker (1869)
Shoemaker (1881)
Shopkeeper General Stores (1939)
Shorthand Typist (1939)
Sjouwer (1833) Schoenpoetser (1879)
Smid (1851)
Sociaal werkster (1948)
Soldier corporal 10 years (1911)
spekslager (1919), slager (1937)
spoorwegambtenaar - 2
Stadsarchitect Hoorn
Station Master Wife (1881)
Stationmaster (1914)
Steendrukker (1938)
stoelenmaker (1840)
Stukadoor (1867)
stuurman (1878), leeraar aan de zeevaartkundige school (1901)
Stuurman (1900)
Switch-board Attendant (1931), Power Station Electrician (1939)
taallerares (1926)
Tailleur d’habits (1890), Cultivateur (1894), Propriétaire
Tailor (1861)
Tailor (1871)
Tailor (1901)
Tailoress Widow (1861), Charwoman (1871), Washerwoman (1881)
tandtechniker (1914)
Taylor & Husbandman (1814), Farmer (1841), Retired Farmer (1851)
Teamster on farm (1901), Farmers son working on farm (1911)
technisch ambtenaar (1920), koopman (1931)
Telegraphist (1901), Staff member Post Office (1908)
Theologie leraar, rabbi van Den Haag
Theoloog in Den Haag en Londen
theoloog, bibliothecaris
theoloog, schrijver
Timmerman
Timmerman (1840), winkeler (1845), bode van het bestuurder gemeente (1870)
timmerman (1849)
timmerman (1849, 1850, 1852, 1853, 1854, 1857, 1858), timmerman knecht (1849)
Timmerman (1880)
Timmerman (1885)
Timmerman (1921) - 2
Timmermansknecht (1856), Timmerman (1881)
Tuinman (1832, 1858)
Tuinman (1866) Rentmeester over het Kasteel en de bezittingen van Rechteren, rentmeester (1851)
Tuinman (1870), Winkelier
Tuinman (1884)
Tupper/Tipper, Vleeschhouwer (1842)
Unpaid Domestic Duties (1939) - 3
venter (1827)
ventstter
verpleegster
Verpleegster in Soerabaja NI
verpleegster, kantoorbediende, reclassering
verver (1866)
verzekeringsinspecteur (1919)
visser (1867) - 2
voorzanger synagoge Belgrado (Servië)
Walknecht (1907)
waschvrouw
Washerwoman (1871)
Waterbouwkundig ingenieur
watermolenaar (1894)
Werkman (1821)
werkster
Werkster (1833)
Werkster (1844)
Werkster (1847), Koopvrouw (1864)
werkster (1858)
Werkster, dienstbode (1861)
Werkte als kassavrouw, schooljuffrouw (in UK), In Vancouver bij een bank achter de balie
Werkte bij de spoorweg (bij de wissels), Railway Signalman (1886, 1891, 1892)
wetboek schrijver (=sofer)
Wholesale Manufacturing Stationer (1911)
Wijk verpleegster
Winkelier (1905)
winkeliersche (1855)
winkelierster (1859)
Worker on farm (1911), Farmer (1924)
Working Farm (1911)
zadelmaker (1896)
zenuwverpleegster, kraamverpleegster
Zoologist, Entomologist